Wales , te gek & een beetje vreemd

Als je aan een ingewikkelde puzzel begint, is het slim om eerst de stukjes aan de rand te leggen. Langs de kust van Wales hebben ze dat ook gedacht en is de puzzel eindelijk klaar. Hiermee is dit het eerste land ter wereld met een wandelroute langs zijn totale kust. Saltredacteur Roxane Catz maakte alvast een beginnetje in het noorden en ontdekte nog meer in wonderful Wales.

Zoals sommigen wellicht al hebben kunnen lezen in mijn eerdere column ging ik vorige maand mijn eerste Saltreisje naar het noorden van Wales maken. Op D-Day vloog ik samen met een groepje volstrekt onbekenden binnen minder dan één uur van Schiphol naar Manchester. Sterker nog, we kwamen eerder aan dan we vertrokken omdat Engeland nu eenmaal één uur vroeger leeft. Pure winst. So far so good. Op Manchester airport stond onze allervriendelijkste gids al met een brede grijns paraat. Qua verschijning en naam  (Deryn Poppitt!) leek hij zo uit The Lord of the Rings te zijn gelopen. Deryn had zijn gids-examen koud achter de rug en was aandoenlijk gespannen want wij waren zijn eerste groep. Toen ik even later voorin naast hem plaats nam, vertrouwde hij me toe dat hij ook nog nooit in een busje had gereden. Hè ja..heb ik dat! En dan straks ook nog links rijden!

Nadat we allemaal zijn ingeladen en het vliegveld langzaam achter ons laten, wordt het steeds duidelijker dat we ons hier in een compleet andere wereld bevinden. Je hebt van die plekken waar je de geschiedenis in de lucht voelt hangen en dit is er zo een. Afgezien van hetzelfde weertype bij vertrek (regen), is het hier ruimer en groener en heerst er een magische sfeer.  “Wales ligt in het westen van het eiland Groot-Brittannië met een enorme lange kuststrook en grenst in het oosten aan Engeland,” vertelt Deryn. “Het valt samen met Engeland, Noord-Ierland en Schotland onder het Verenigd Koninkrijk,  maar desondanks beschouwen de Welsh zichzelf als een apart land en een apart volk.”  En apart zijn ze. Al was het alleen maar om hun taal dat niets van doen heeft met het Engels en - naast bijna onuitspreekbaar - ook volkomen onbegrijpelijk is. Hoe meer we richting Wales rijden hoe ingewikkelder de namen op de verkeersborden. Vanwege het bergachtige landschap met grote hoeveelheden regen is Wales nooit door de Angelsaksen ingenomen. De naam Wales komt ook van het Germaanse woord Walha dat vreemdeling betekent, dus het klopt wel dat ze ’n beetje vreemd zijn.

Duizend kleuren groen
Inmiddels zijn we over de Engelse grens Wales binnen gereden en worden de wegen steeds smaller en stiller. We rijden door uitgestrekte valleien met duizend kleuren groen om ons heen. Met zijn oppervlakte van ruim 20.000 vierkante kilometer en minder dan drie miljoen inwoners is het nog geen IJsland (zie Salt nr.1 van dit jaar), maar is het - zeker vergeleken bij ons - op zijn zachtst gezegd ‘zeer dunbevolkt’ te noemen. Onze eerste stop is bij het ruim 2 eeuwen oude Pontcysyllte Aqueduct; het hoogste en langste van Groot Brittannië, dat het Llangollen kanaal over de vallei van de River Dee voert en op de lijst van werelderfgoederen staat. Via een uiterst smal trottoir aan de zijkant kan je erover heen lopen en kijk je in een duizelingwekkende diepte over de vallei. Ook is het mogelijk om met één van de super smalle boten  (eventueel door een paard getrokken) erover heen te varen wat een indrukwekkende ervaring is. Hierna rijden we langs the Horsehoepass (een bergpas in de vorm van een hoefijzer) naar het prachtige stadje Llangollen ( spreek uit: ‘chkllangoggjeln’. Dit overigens voor de eerste en de laatste keer, want alleen maar om aan te geven dat deze taal niet te doen is!), where Wales welcomes the world en dat de doorgang naar Noord Wales vormt. Gelegen in de prachtige Dee Valley is dit een fantastische plek om te relaxen of juist van alles te ondernemen. Omdat hier het hele jaar door tal van festivals en evenementen plaatsvinden wordt het ook wel The Festival Capital of Wales genoemd. Dit prachtige oude stadje is vergeven van de hotelletjes, B&B’s (Bed & breakfast’s), pubs, restaurants én gelukkig ook een goede outdoorwinkel. Uitgerekend die ochtend kwam ik er namelijk achter dat mijn ouwe, trouwe bergschoenen het nu écht hadden begeven. Hier kan ik gelukkig een nieuw paar aanschaffen en zal ik Llangollen – alleen al daarom – niet snel vergeten.

Aan het einde van de dag rijden we door de groene heuvels, via smalle, kronkelige wegen richting the Ceiriog Valley, alwaar we zullen overnachten in The Hand Hotel (www.thehandhotel.co.uk) in het plaatsje Llanarmon. In deze charmante country-inn (herberg), omgeven door de Berwyn Mountains. waan je je in vervlogen tijden. En het feit dat hier in de in de wijde omtrek geen internetverbinding is versterkt dat gevoel nog eens extra. De mensen in dit gebied hebben daar bewust voor gekozen. Wat ’n rust! Die avond opvallend lekker gegeten in het bijbehorende restaurant dat bekend staat om zijn culinaire hoogstandjes. Dat blijkt dus geen loze belofte en na een  lovely dinner indeed rol ik linea recta mijn overheerlijke bed in en val - ondanks enige luidruchtige pubgangers pal onder mijn kamer - direct in slaap.

The sound of the lambs
De volgende ochtend, na het uitgebreide Engelse ontbijt, rijdt Deryn ons naar het startpunt van onze eerste wandeling over één van de vele paden die The Clwydian Range  te bieden heeft. Dit is een 35 kilometer lang heuvelachtig gebied dat van het noorden naar het zuiden loopt en zich perfect leent om te voet of per mountainbike te verkennen. Weer rijden we via bochtige weggetjes door eindeloze verlaten stukken natuurschoon en komen er geen hond tegen. Wel héél veel schapen met nog meer lammetjes. Niet eerder heb ik er zoveel bij elkaar gezien! Wales heeft er in totaal dan ook zo’n elf (!) miljoen, waaronder meer dan zestig verschillende rassen. Overal waar je kijkt zie en hoor je ze. Dartelend met hun boertjes en zusjes in het rond of druk kwispelend onder hun moeders ‘rokken’.

Onze wandeling voert door een nogal rotsachtig gebied naar een punt van waaruit we een spectaculair uitzicht zouden moeten hebben. Maar door de laag hangende bewolking, missen we deze kans. Even later rijden we  naar  Betws-Y-Coed - onze volgende bestemming - in de hoop op beter weer. Na de heerlijke lunch in The riverside Choclate House & Tearoom (www.riversidechocolatehouse.co.uk) in het plaatsje Pentrefoelas begint de zon zowaar te schijnen. Deze plotselinge weersveranderingen zijn heel normaal in Wales, zeker nu we steeds meer in de buurt van ‘mountain country’ komen. Betsw-Y-Coed ligt in een vallei van het Snowdonia National Park en is hét Mekka voor outdoor-fanaten.  Hier slapen we in het Royal Oak hotel , een authentiek gebouw met comfortabele kamers. Deze middag staat mountainbiken op het programma! Onze mountainbike-gids, Sean is een super aardige Welshman die van zijn hobby zijn werk heeft gemaakt en een klein mountainbike centrum heeft (www.bikewales.co.uk.). Hij neemt ons mee op een fantastische tocht over heuvels, door bossen langs meren en rivieren. Ik had nog nooit in mijn leven ge-mountainbiked en ben nu helemaal fan! Af en toe word het me wat te gortig en maak ik dankbaar gebruik van de ‘granny-gear’. Volgens Sean psychologisch gezien niet zo handig, want hiermee geef je je laatste optie weg.      ’s Avonds is iedereen rozig van het fietsen in de zon, die de hele middag heerlijk bij ons bleef. Ik vertrek weer vroeg naar m’n bed want de volgende dag gaan we voor het letterlijke hoogtepunt van deze reis: naar de top van Mount Snowdon, die met zijn 1085 meter hoogte de hoogste berg van Engeland en Wales is.

King Arthur & Co.
Ken je die mop van dat groepje journalisten dat naar de top van de Mount Snowdon ging? Nou, ze gingen niet, want het regende pijpenstelen en op de berg viel sneeuw.

Onderweg naar het plaatsje Llanberis, onderaan Mount Snowdon,  hebben we ons eerst nog even vergaapt aan de overweldigende Swallow Falls. Hier werpt de Llugway river, die even daarvoor nog zo vriendelijk voor ons hotel langs kabbelde,  zich met een oorverdovend lawaai woest de afgrond in. Richting Mount Snowdon werd het steeds natter en grijzer. Bij het stationnetje waar een ingenieus stoomtreintje al ruim honderd jaar mensen op en neer brengt, horen we dat het treintje door de sneeuwval niet rijdt. Snowdon doet zijn naam eer aan. Teleurstelling alom. Maar niet lang getreurd want er is een film van de treinreis inclusief het adembenemende uitzicht en die konden we direct bekijken. Zo kwam het dat we, in plaats van in het treintje, in een soort van geïmproviseerd filmzaaltje de reis tóch konden  maken, zij het op visuele wijze. Onder het genot van een take away café latte was het eigenlijk zo gek nog niet ;-). Ondanks de hoogte is Snowdon een goed begaanbare berg. Vanaf de omliggende dorpen zijn er vele wegen variërend van relatief makkelijk tot zwaardere bergklimroutes. Volgens de legende is Snowdon de huidige verblijfplaats van Merlijn - de tovenaar uit de King Arthur legende - en slaapt hij samen met een groot aantal krijgers diep in het binnenste van de berg. Als Albion (nu Groot-Brittannië) hem nodig heeft zal hij wakker worden en het land redden. Wel een geruststellend idee! Eén ding is zeker: Mount Snowdon is een must voor iedereen die van wandelen en natuurschoon houdt. De top met een mountainbike bereiken behoort trouwens ook tot de mogelijkheden, maar is lastiger tijdens het hoogseizoen in verband met de vele wandelaars.

Die middag lunchen we in het geheel uit natuursteen opgetrokken, pittoreske plaatsje Beddgelert, gelegen tegen de steil, beboste berghelling in het zuidwesten van Snowdonia. Ondertussen heeft onze gids Daryn ons verlaten en worden we nu begeleid door Mandy: een ongelofelijke kwieke en enthousiaste dame vol verhalen, legendes en mythen waar Wales bol van staat.

Na de lunch breekt de zon weer door en hebben we nog twee uur één van de ruige paden richting Snowdon kunnen bewandelen. Een ontmoeting met een kudde prachtige wilde Welsh Pony’s vormde een welkome afwisseling bij de  voortdurende overkill aan schaap.

Bloedig en gruwelijk
Onze laatste twee dagen gaan we wandelen langs de kust, daar waar we in eerste instantie voor gekomen zijn! Het onlangs officieel geopende Wales coastal path heeft een verbinding gevormd tussen de al bestaande routes, waardoor nu een aaneensluitend traject is ontstaan dat geschikt is voor alle soorten wandelaars, van gezinnen met kinderen tot aan de meer hardcore hikers. De route heeft een lengte van 1400 kilometer en loopt van Queensferry in het grensgebied van Noord-Wales tot aan Chepstow, helemaal in het zuidoosten. Voor wie er dus echt werk van wil maken kan vanaf nu alle aan zee grenzende contouren van Wales helemaal volgen. Onze laatste verblijplaats is Nant Gwrtheyrn (www.nantgwrtheyrn.org), een magische plek in een voormalige steengroevedorp aan de noordelijke kust van het Llyn Peninsula dat nu onder meer functioneert als Welsh talencentrum en verblijfsaccommodatie. Dit volledig afgelegen Victoriaanse dorpje heeft een lange geschiedenis. Die avond vertelt Mandy ons enkele gruwelijke bloederige horror stories die hier de ronde doen en slaap ik dit keer voor alle zekerheid maar met mijn raam dicht.

De volgende dag  lopen we vanuit deze plek een gedeelte van de pelgrimsroute naar een prachtig klein kerkje in het plaatsje Pistyll. Een pittige wandeling die langs de grillige kust steil omhoog gaat en uiteindelijk wordt beloond met een schitterend uitzicht over de Caernarfon Bay. Voor de lunch rijden we naar het kustplaatsje Aberdaron, een fantastische vakantieplek met uitgestrekte zandstranden en geheime grotten. Vanuit hier kan je diverse boottochten maken om onder ander zeehonden, dolfijnen en bijzonder vogels te spotten. In de plaatselijke tearoom Y Gegin Fawr, waar tijdens de middeleeuwen pelgrims een maaltijd kregen op weg naar het nabij gelegen Bardsey Island, eet ik nu de lekkerste cheesecake ever!

Die middag rijden we in de stralende zon met mountainbikes over de glooiende groene heuvels langs de kust gereden. Niet bijzonder challenging, maar wel heerlijk fietsen met uitzicht over de zee, in de zon én de geur van kokosnoot in mijn neus, afkomstig van de fel gele bloemen van de Gorse-struik die nu overal bloeit.

De laatste dag bezoeken we Angelesey Island en wandelen we langs deze bijzondere kustlijn die is aangewezen als ‘Area of outstanding beauty’. Deze 200 kilometer lange kustroute leidt langs een aantal van de oudste rotsformaties in Groot-Brittannië. Op de terugweg maken we nog één stop voor de lunch en wel in  een plaatsje met één van de langste namen ter wereld, Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch genaamd. Pardon?!? Je moet inderdaad wel een beetje gek zijn om zó’n naam te verzinnen, maar verder is Wales lang zo gek nog niet! Hier valt nog veel te exploren! Dus bij deze in mijn beste Welsh: Cymru , Rwyf am ddod yn ôe,! Of beter gezegd: Wales, ik kom zeker terug!!

ZO RAAK JE INGEBURGERD

Het symbool van Wales
In het sprookjesachtige landschap van Wales is het niet moeilijk om je voor te stellen dat hier ooit draken woonden. Je ziet ze nog net niet vliegen, maar je komt de rode draak wel overal tegen. Volgens de legende vluchtte de Britse koning Vortigern naar Noord-Wales om aan de Angelsaksen te ontkomen. Hier probeert hij een kasteel te bouwen, maar de toren stort telkens in. Een oude wijze man vertelt de koning uit dat het pas zal lukken als er een bloedoffer wordt gebracht en liefst van een jongeman die nog geen kinderen heeft gekregen. De mannen van de koning kwamen toen met de jonge Merlijn op de proppen. En vlak voordat Merlijn onder het mes komt weet hij de koning te overtuigen van het feit dat hij de werkelijke reden weet waarom de toren blijft instorten en blijft hij gespaard. Diep onder de grond bevindt zich een diepe vijver waarin een rode en een witte draak iedere nacht met elkaar vechten. De schokken die dit gevecht teweeg brachten is de reden dat de toren telkens instort. De witte draak stond voor het Angelsaksische Engeland en de rode draak staat - tot op de dag van vandaag – voor Wales. Deze zou de strijd uiteindelijk winnen waardoor de vrede zou terugkeren.

Reisinfo
Wales is heel gemakkelijk te bereiken en is maar een paar uur rijden vanaf Londen. Met de trein is het slechts twee uur naar Cardiff. Het zuiden van Wales (regio Cardiff) is uitstekend bereikbaar met de ferry vanuit Calais of Duinkerken naar Dover. Het noorden van Wales (o.a. Snowdonia en Anglesey) is snel te bereiken met de auto van Europoort naar Hull (www.poferries.nl). Ook via de Eurotunnel vanuit Calais naar Folkestone (www.eurotunnel.com) is mogelijk. KLM vliegt dagelijks vanaf Schiphol rechtsreeks naar Cardiff. (www.klm.com). Voor een bezoek aan Noord-Wales zijn de luchthavens van Cardiff, Bristol, Birmingham, Liverpool en Manchester het best gelegen.

Voor meer informatie: